De vossen staan stil.
Het gele land vertrouwt
de extreme dwaalgasten
in de cirkel, hoog cicomia cicomia,
watertrappel keurig op hun rug.
Eén voor één ontbloot de vos zijn tanden,
de familie bleef met bomen
sjouwen, het hert met haar gewei,
het hert met haar gewei.
Het gele land huist dertig koe-
reigers in een boom, dertig
maar vijftien klinkt beter en
waar als je verliest dan heb je verloren
en poppelt de boom zijn regenblad
en bij de kleurenverzamelaar
wassen de betoverden hun liederen
schoon in uitgehouwen kloosters.
In het gele land vliegt de vale gier
naar het bord om het aan te tikken
en snel weer terug te zien, want
als je verliest dan heb je verloren,
de vulpes vulpes poppelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten