Ik vraag hem, is het een raaf
in de duinen, gekleed, zogezegd
dan moet je wat noemen en
je zit eraan vast, aan dat
wat van mij was, brak
het engelenhaar van de larve
berkbarbaar met uw behangen
kerkuil, hoe snel
de lakens drogen, op de talud
met de bosjes, roestig was
onze eigen aarde, nestrijp
de kommige soepele jakhals,
de pas als verste puntje, het
is het, wil je het vertalen
naar zwanen
in de zon kijken als die minder
fel, witte rozenknoppen trossen
de afstand verlengen om in de tijd
te passen, getakt vogelhart
en de grote brede zwarte vleugels,
ik vraag hem, is het een raaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten